Jozef is geboren uit Rachel en Jacob. Het verhaal vertelt dat Rachel onvruchtbaar leek en zij was de tweede vrouw van Jacob, waar hij het meest van hield. God had Lea, z´n eerste vrouw, zonen geschonken maar niet Rachel en onvruchtbaarheid gold in die tijd als een straf van God. Het feit dat juist Rachel onvruchtbaar bleef moet voor Jacob een groot probleem geweest zijn en het is aan te nemen dat hij vele keren voor zijn Rachel gebeden heeft.
Hoe het begon
Gen.30:22,23. Hier lezen we hoe God een keer brengt in het lot van Rachel, ze wordt zwanger en baarde Jozef. De naam Jozef betekent vermoedelijk "wegnemen" en dit moeten we zien in verband met de smaad die een kinderloze vrouw in Israël had. Die smaad was van haar weggenomen toen Jozef geboren weg. Daar zit natuurlijk ook een heen wijze in naar Jezus die geboren werd om onze smaad weg te nemen. Wij waren verloren in de zonden, als dood voor God en wat ons wachtte was het oordeel, maar Jezus kwam, Hij werd ons gelijk en nam onze straf op zich en nu zijn we vrij. Rom.8:1 "Zo is er dan geen veroordeling meer voor hen, die in Christus Jezus zijn".
Gen.35:16-20. Na de geboorte van Jozef verlangde Rachel naar nog een zoon en God verhoorde opnieuw haar gebed. Hier lezen we ook van een tweede zoon die Rachel baarde, maar deze geboorte kostte haar het leven. De Bijbel vermeld hoe zij een moeilijke bevalling had en stierf. Die zoon was Benjamin en uiteraard hield Jakob ook veel van deze jongste zoon van Rachel. Tegelijk doet zich hier de vraag voor, hoe is het mogelijk, God verhoort het gebed van Rachel maar nooit had Rachel natuurlijk kunnen weten dat het zo zou aflopen met haar, toen ze om die zoon bad. Laten we het nog eens eerlijk zeggen, we zullen in dit leven niet op alle vragen een antwoord vinden. Soms zijn Gods wegen voor ons niet duidelijk. Een ding is echter absoluut zeker, God heeft met alles een doel, Hij doet nooit zinlose dingen. In ieder geval was deze gebeurtenis een grote beproeving voor Jakob, maar Jakob overwint ondanks deze ogenschijnlijke nederlaag. Rachel geeft in de laatste minuten van haar leven haar kind een naam en ze noemt hem Ben-Oni, hetwelk betekent "zoon van mijn smarten", zij voelde zich zo en dat is begrijpelijk. Maar Jakob doet iets wat van grote betekenis is, hij neemt het kind en roept uit "niet Ben-oni maar Benjamin" en Benjamin betekent "zoon van mijn vreugde". Dit kon Jakob alleen zeggen omdat hij door de kracht van God de overwinning behaalde over dit lijden, want normaal zou hij diep bedroefd moeten zijn zoals Rachel.
Hoofdstuk 1. Jakob had Jozef lief. Gen.37:1-3.
"Jakob echter woonde in het land der vreemdelingschap van zijn vader, in het land Kanaan. Dit is de geschiedenis van Jakob. Jozef, zeventien jaar oud, hij was dus nog jong, placht met zijn broeders, de zonen van Bilha en de zonen van Zilpa, de vrouwen van zijn vader, de schapen te hoeden. En Jozef bracht kwaad gerucht aangaande hen aan hun vader over. En Israel had Jozef lief boven al zijn zonen, omdat hij hem een zoon des ouderdoms was; en hij maakte hem een pronkgewaad".
Jakob woonde in "het land der vreemdelingschap" van zijn vader, in het land Kanaän. Jakob was een vreemdeling in dat land, vanwege de vele heidense volkeren rondom hem, dat betekent eenvoudig dat hij zich afscheidde van hen, hij deed niet naar hun heidense gewoonten. Jezus heeft het in Joh.15:18 over de haat van de wereld, daar zegt de Heer dat de wereld ons zal haten, omdat ze ook Hem gehaat hebben. Mensen die consequent zijn en nauwgezet doen wat God zegt en zich dus afscheiden van de dingen die tot zonden verleiden, kunnen vaak moeilijk echte vrienden hebben in de wereld. We zijn nu eenmaal wel in deze wereld, maar niet van deze wereld. Nauwe vriendschapsbanden met ongelovigen gaat heel vaak ten kosten van onze relatie met God, vooral als het gaat om vrienden die God niet eren of soms de naam van Jezus naar beneden halen. In dat geval zouden we een duidelijke keus voor de Heer moeten maken.
Lees 2 Kor.6:14-17 "Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? Welke overeenstemming is er tussen Christus en Belial, of welk deel heeft een gelovige samen met een ongelovige? Welke gemeenschappelijke grondslag heeft de tempel Gods met afgoden? Wij toch zijn de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heeft: Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt de Here, en houdt niet vast aan het onreine en Ik zal u aannemen".
Later gaat God een bijzondere weg met de beide zonen van Rachel, waarvan Jozef wel het meest het type is geweest van onze Heiland Jezus Christus. Ik kan me wel enigszins indenken dat er als het ware, twee verschillende werelden waren in Jakobs huis. Aan de ene kant de zonen die Lea hem gebaard had zij waren de echte schaapherders, het ruwe volk dus die er steeds op uit gestuurd werden om de schapen van vader te hoeden en daar waren dan Jozef en Benjamin, zij waren veel in de nabijheid van vader Jakob en hij hield van ze omdat ze zonen waren van de vrouw die hij lief had. Vooral Jozef die de oudste zoon van Rachel was, moet Jakob zeer kostbaar geweest zijn. In Gen.37:3 staat dat Israël Jozef lief had boven al zijn zonen. Gen.37:3"En Israël had Jozef lief boven al zijn zonen, omdat hij hem een zoon des ouderdoms was…".
Het moet dan ook een onvoorstelbaar leed gegeven hebben bij Jakob toen hij juist deze zoon moest afstaan en hierin ligt toch iets van wat God gevoeld moet hebben toen Hij Zijn eniggeboren zoon afstond aan deze wereld om ons te redden. Als Jezus op aarde Zijn bediening aanvangt dan klinkt er ook een stem uit de hemel "Deze is mijn Zoon de geliefde in wie Ik mijn welbehagen heb" (Mat.3:17) Jezus was de geliefde, Gods eniggeboren zoon waar feitelijk nog meer mee aangegeven wordt, hoe kostbaar Jezus is voor God. Hoe zeer moet God van ons houden, omdat Hij die zoon prijs gaf voor ons. In Ex.12:5 vinden we het verhaal van de instelling van het Pascha en hoe men een jong dier moest nemen en dat twee dagen in huis moest verzorgen. Pas daarna mocht men het slachten en het bloed aan de deurposten van hun huizen strijken. God wilde dat er toch een zekere verbondenheid zou ontstaan tussen de familie en het jonge dier, zodat het pijn zou doen om het op de tweede dag te slachten. Men moest een fractie voelen van wat God heeft gevoeld toen Jezus naar Golgotha ging voor ons. Ik denk ook aan Abraham die zijn zoon moest offeren op de berg Moria (Gen.22) Abraham stond met het mes klaar om zijn zoon te offeren. God ging heel ver met Abraham, zover dat het bijna was dat Izaäk geofferd zou zijn en toen kwam de Heer tussen beide en wees een ander offerdier aan wat in de plaats van Izaäk geofferd kon worden door Abraham. Jezus is voor ons dat andere offerdier, Hij wilde sterven in onze plaats. Abraham heeft daar op de berg Moria iets van Gods pijn gevoeld en dit is ook voor ons soms nodig, zodat we het offer van Jezus niet te licht opvatten, als of het heel gewoon is wat 2000 jaar geleden gebeurd is. Vandaar ook dat God lijden toelaat in ons leven, opdat we nog dichter bij het lijden van Jezus zullen komen.
Paulus bad in Filip.3:10 "Dit alles om Hem te kennen en de kracht zijner opstanding en de gemeenschap aan zijn lijden, of ik, aan zijn dood gelijkvormig wordende…" Lijden heeft altijd een doel, deels opdat we Gods kracht zullen ervaren die ons opheft, maar ook opdat we nog beter zullen beseffen wat Hij voor ons heeft over gehad.